Rafelrandjes

Door: Gemma Boon

Enschede timmert aan de weg

Enschede wil af van zijn imago van vergeten industriestad ergens in een uithoek van Nederland. In een poging om de zaken echt rigoureus aan te pakken heeft de gemeente besloten om maar meteen de hele binnenstad in een keer op de schop te gooien. Het centrum is nagenoeg onbereikbaar; veel van de doorgaande wegen zijn afgesloten. Welke wegen nog wel toegankelijk zijn, wisselt van dag tot dag. Blijkbaar wil Enschede ook meteen van de winkelende Duitsers af, want die hebben al helemaal geen idee meer waar ze moeten zijn. De lustig rondgestrooide borden ‘Enschede Fietsstad’ lijken eerder ironisch te zijn bedoeld dan serieus, want fietsers worden in levensgevaarlijke situaties gebracht in afwachting van de luxe fietspaden die de binnenstad autoluw moeten maken. Op de kruising Haaksbergerstraat – Boulevard 1945 worden fietsers gedwongen de busbaan te delen met lijnbussen en paniekerige Duitse automobilisten op zoek naar een parkeerplaats, met alle gevolgen van dien. Allemaal voor een hoger doel, want Enschede moet fris en aantrekkelijk worden voor nieuwe aanwas en hun toekomstige kroost. Die nieuwe bewoners zijn bij voorkeur hoogopgeleid en komen een vacature in de high tech-sector vervullen, want zo ziet Enschede zichzelf het liefst: als Planet of the Nerds.

Het Berlijn van Nederland

Hoe anders was dat 60 jaar geleden, toen de in Enschede geboren schrijver en kunstenaar Jan Cremer de wereld nog opschudde met zijn rebelse gedrag. 75 jaar geleden woonde Cremer met zijn alleenstaande moeder in een huurwoning aan het Acaciaplantsoen in Pathmos, een buurt die al snel bekend stond als crimineel en asociaal. Zijn eerste tekenlessen kreeg hij op de Emmastraat, van een oud-buurman. Diezelfde Emmastraat is nu een van de meest geliefde straten van Enschede. De huizen zijn opgeknapt, de lagere sociale klasse maakte plaats voor gegoede burgers met een dubbel inkomen, de straat werd omgetoverd tot een fietspad waar auto’s te gast zijn. Het enige dat nog doet denken aan de ruige jaren is de sjofele parkeerplaats van Kringloopcentrum Emma, met zijn sculpturen van gerecycled afval, die ergens het midden houden tussen kermisattracties en robots die niet zouden misstaan op het jaarlijkse Gogbot-festival. Enschede was een industriestad waar duizenden arbeiders met een lager inkomen zich thuis voelen, maar ook een stad met een rauw randje: het Berlijn van Nederland.

Ruimte voor Andersdenkenden

Hier beleefde de kunstacademie AKI haar hoogtijdagen. Afgelopen vrijdag vierde de AKI haar 70-jarige bestaan, met een groot jubileumfeest. De foto’s op Facebook liegen er niet om: de wilde studenten van toen zijn grijs geworden brave burgers, verlangend naar die tijden van weleer waar ze vrij konden experimenteren, niet gehinderd door bezorgde ouders of een hypotheek die elke maand afgelost moet worden. Net als Berlijn voelde Enschede als een vrijplaats voor andersdenkenden. De gemeente had het te druk met echte problemen om zich bezig te houden met een paar rebelse kunstenaars. Dit is de stad die de inspiratie vormde voor de autobiografie ‘Ik, Jan Cremer’, die met 800.000 verkochte exemplaren wereldwijd een instant bestseller werd. Maar tijden veranderen. De ruige stad Enschede wordt opgepoetst. De kunstacademie is verplaatst naar de keurige wijk Roombeek, waar blijkt dat burgers opvallend weinig spannende dromen koesteren wanneer zij de gelegenheid hebben om hun droomhuis te ontwerpen. Lokale drugsbaronnen moeten het veld ruimen voor jonge gezinnen die hun ijsjes nuttigen op een van de bankjes rondom de steenpuist van Enschede, zoals een dakloze medebewoner het nieuwe waterornament dat het Willem Wilminkplein siert eens noemde. Prachtig allemaal, maar ook erg braaf.

Rafelrandjes

Begrijp me goed, ik steun de gemeente in haar plannen om de binnenstad van Enschede aan te pakken en aantrekkelijk te maken voor nieuwe, hoogopgeleide bewoners. Ik pleit alleen voor een ding: laat wat ruimte voor een rafelrandje hier en daar. Geef ons een leefbare stad waar ruimte is voor andersdenkenden. Voor mensen die tegen de gevestigde orde zijn en niet altijd in de pas willen lopen. Maar ook voor senioren, mensen met een beperking of langdurig werkelozen. Een inclusieve samenleving, met ruimte voor iedereen. Jan Cremer liet ons al zien: schoonheid hoeft niet altijd gepolijst te zijn.

Emmastraat Enschede – 1910 (met dank aan St. Cultureel Erfgoed Enschede)

Voor het eerst gepubliceerd in Tubantia in 2018

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: